Door de crisis komt het veel minder vaak voor dat mensen met een tijdelijk contract doorstromen naar een vaste baan.
De beperkte doorstroom geldt vooral mensen die vanuit de WW als uitzendkracht aan de slag gaan. Slechts een op de twintig heeft na een jaar een vast dienstverband. Dat was voor de crisis nog een op de tien, meldde uitkeringsinstantie UWV maandag.
Ook het percentage werkzoekenden dat vanuit de WW direct een vaste baan vindt, is tijdens de crisis afgenomen. In de periode 2008-2013 kromp dit aandeel van 21 procent tot 16 procent.
Het aandeel werkzoekenden dat vanuit de WW aan de slag ging met een tijdelijk contract, groeide in dezelfde periode van 42 procent naar 49 procent. Het percentage dat het werk hervatte als uitzendkracht, bleef stabiel op circa 35 procent.
Een groeiend deel van de beroepsbevolking heeft een flexcontract of werkt als zzp’er. In 2014 ging het om ruim een op de drie werkenden in Nederland (34 procent). In 2003 was dat nog minder dan een kwart (23 procent).
Snelle groei uitzendwerk
Sinds het slot van 2014 is de lichte opleving van de economie vooral zichtbaar in de harde groei van het aantal uitzendbanen. De werkgelegenheid voor uitzendkrachten is in het laatste kwartaal van vorig jaar gegroeid in het hoogste tempo in meer dan vier jaar, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in februari.
Het aantal door uitzendkrachten gewerkte uren nam vorig kwartaal met 2,4 procent toe ten opzichte van de laatste drie maanden van 2013. Net als in het derde kwartaal namen de uren zowel bij korte als bij langlopende contracten toe.
In heel 2014 steeg het aantal uitzenduren met 6,6 procent. De omzet van uitzendbedrijven groeide vorig jaar met 5,5 procent.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl